Zorg over berichtgeving Openbaar Ministerie in EVOA-zaken

Directe aanleiding vormt een recent persbericht van het Openbaar Ministerie, waarin de strafeis nader wordt omschreven tegen 2 kunststofrecyclingbedrijven die worden verdacht van het overtreden in 2007 van de EVOA, de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen.
In de berichtgeving van het OM wordt over het onjuist invullen van de Bijlage VII achtereenvolgens gesproken als: ‘misdaad’, ‘illegale overbrenging’ en ‘milieuhygiënisch ernstige overtredingen’.

FNOI en MRF wijzen er op dat de EVOA slecht geschreven en onduidelijke Europese regelgeving is, waarvan de interpretatie in elk van de 28 EU-lidstaten verschillend is.

Zeker na de herziening van de EVOA in 2007 is lang sprake geweest van grote onduidelijkheid over de interpretatie van de nieuwe EVOA-regels en het invullen van het begeleidingsformulier Bijlage VII. Verwarring was er niet alleen bij exporteurs, maar ook bij handhavers.

Die verwarring heeft eind 2007 zelfs geleid tot een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Naar aanleiding hiervan gaf de Tweede Kamer de opdracht aan de toenmalige minister van VROM, Jacqueline Cramer, zo spoedig mogelijk te komen met duidelijke richtlijnen voor de interpretatie van de EVOA.

Nog altijd is die duidelijkheid over de interpretatie van de EVOA er niet op een aantal terreinen. Ook zijn er nog steeds grote verschillen in interpretatie en handhavingswijze tussen de Europese lidstaten. Alleen al in Nederland heeft de EVOA geleid tot vele honderden rechtzaken in de afgelopen jaren. De meeste hebben plaatsgevonden na 2007, het jaar dat de EVOA ingrijpend werd gewijzigd. Dat het Openbaar Ministerie in haar berichtgeving volledig voorbij gaat aan die ‘parlementaire’ geschiedenis van de EVOA is uitermate zorgelijk te noemen. Er is namelijk geen exporteur van hoogwaardige secundaire grondstoffen als metalen en oudpapier, die nog nooit heeft te maken gehad met een proces verbaal wegens het (vermeend) onjuist invullen van de Bijlage VII.

Met dit soort persberichten van het OM wordt bedrijven al zware imagoschade toegebracht, nog voordat het proces is gestart. Zeker voor het (vermeend) onjuist invullen van een Bijlage VII bij het transport van hoogwaardige secundaire grondstoffen staat de vermeende overtreding in geen enkele verhouding tot die onherstelbare schade.

Terug naar het overzicht