FNOI maakt bezwaar tegen Vlaamse heffing op verbranden/storten pulperresidu

In haar brief van 24 augustus jl. aan de OVAM geeft de FNOI aan waarom de verbrandings-/stortbelasting en met name exportheffing contraproductief is aan het streven naar een duurzaam afval- en materialenbeheer.
Elk hoogwaardig recyclingproces kent productie-uitval dat niet meer kan worden gerecycled en enkel nog kan worden verbrand of gestort. Voor papier is dat pulperresidu, een combinatie van producteigen/ productvreemde verontreiniging en papiervezels die door meermalig hergebruik te kort zijn geworden.
De branche begrijpt niet welk milieudoel de OVAM voor ogen heeft gehad om juist het restproduct dat na hoogwaardige recycling noodgedwongen overblijft te belasten.
Vanuit circulair oogpunt is de heffing onwenselijk. Het levert een boete op voor hoogwaardige en maximale recycling, terwijl een dergelijke heffing juist een sanctie zou moeten zijn op vermijdbaar branden en storten, opdat stromen naar hoogwaardige recycling worden afgebogen. In de praktijk is de heffing ook onwerkbaar.
Papierfabrieken waar ook ter wereld zouden voor deze heffing moeten terugkoppelen hoeveel pulperresidu is ontstaan uit een baal oudpapier die ooit in Vlaanderen is ingezameld. Een baal papier die met honderdduizenden andere balen van andere grondstofleveranciers uit andere landen in dezelfde papierpulper is gegooid.

Dit feit maakt de heffing niet alleen onuitvoerbaar, maar tevens onzinnig….

De volledige brief van de FNOI aan de OVAM vindt u hier

Terug naar het overzicht